Geelhandlaan

Vroeger heette de huidige Geelhandlaan ‘de dreef’. Toen kasteel Weyninckhoven 150 jaar in bezit was van de familie Geelhand werd het ‘hof van Geelhand’ genoemd. Na ingebruikname van het kasteel als gemeentehuis en de aanleg van de weg werd deze laan Geelhandlaan genoemd. Geen enkel voertuig, tenzij dit van de Geelhands, had vóór de oorlog toegang tot deze dreef. Aan het einde ervan, tegen de dorpskern aan, stond zelfs een bareel waarmee de dreef kon worden afgesloten. In het midden van de twintigste eeuw was het een slechte kiezelweg met twee stroken gras langs de weg.

In 2016 werd de Geelhandlaan heraangelegd. Hiervoor verdwenen in februari 2015 de statige bomenrijen omdat de bomen, uitheemse esdoorns, geplaagd werden door ziekte. Daarom is er nu – onder meer op aanraden van Hove Beweegt – gekozen voor inheemse iepen of olmen (nadat er eerst nog sprake was van zomereiken). Maar de heraanleg zelf van de Geelhandlaan tussen 2016 en 2018 is een gemiste kans. Hove Beweegt had voorgesteld om het oude patroon van de dreef als leidraad voor de inrichting te gebruiken: op vroegere prenten kun je zien dat de dreef aan beide zijden twee bomenrijen had, dus vier bomenrijen in totaal. Aan beide kanten was een paadje tussen de twee rijen. Er was in de periode voor de heraanleg nog een restant van te zien vlak voor het monument van de gesneuvelden: daar heeft enkele decennia nog een boom gestaan naast de gekende bomenrij. Hove Beweegt wilde de dubbele bomenrij gebruiken als een natuurlijke visuele versmalling, zodat er geen obstakels op de rijweg moesten staan (zoals nu jammer genoeg het geval is …) om de snelheid te verlagen. Het fietspad kon deel uitgemaakt hebben van de zone tussen de bomen, zonder de vreemde capriolen die we nu ervaren. Jammer genoeg heeft het toenmalige bestuur vastgehouden aan een weinig inspirerend ontwerp voor deze statige dreef. Het ietwat povere resultaat kunnen we hier nu op onze wandeling aanschouwen.

De Dreef van Sint-Laurentiuskerk naar kasteel Weyninckhoven
Geelhandlaan zomer 2014, voor de heraanleg en het rooien van de Esdoorns